Skip to main content

Hoe zit het nu met het nieuwe pensioenstelsel? Klaartje de Boer geeft antwoord.

Geplaatst op: 16 juni 2023
Klaartje de Boer, senior beleidswerker bij de Vakcentrale voor Professionals (VCP), geeft in deze rubriek antwoord op een aantal vragen over de gevolgen van het nieuwe pensioenstelsel.  De VCP is de opvolger van de MHP. Hier zijn meer dan 50 organisaties, waaronder de CMHF, bij aangesloten. De VCP heeft geen directe bemoeienis met de pensioenregeling bij het ABP. Dat ligt bij de vertegenwoordigers vanuit de CMHF.

Klaartje heeft veel kennis over de pensioenwereld.

Wat is er interessant aan pensioenen?

“Er is erg veel dynamiek op het gebied van pensioenen. Het is een dynamische, complexe puzzel. Alle generaties hebben of krijgen te maken met pensioen. Het is dus een afwisselend, veelzijdig en belangrijk onderwerp. Zeker nu de nieuwe pensioenwet per 1 juli 2023 van kracht zal worden”.

Wat zijn de belangrijkste punten die momenteel nog open staan?

“Over een paar onderwerpen moet de komende tijd door de decentrale sociale partners nog stevig onderhandeld worden. Volgens mij zijn dit de vier voornaamste:

  1. het compensatievraagstuk, met name voor mensen tussen 30 en 50 jaar oud
  2. de vul- en onttrekregels van de reserves
  3. het nieuwe nabestaandenpensioen
  4. het uitgangspunt “alle werkenden een goed pensioen”.

Compensatievraagstuk

“Door de afschaffing van de doorsneesystematiek is er een groep, met name de middengroep tussen de 30 en 50, die een deel van de pensioenopbouw zou missen, als er geen adequate compensatie komt. Als VCP wilden we compensatie voor die groep verplicht en op centraal niveau regelen. Gedurende de onderhandelingen met alle centrale partijen is dat helaas iet gelukt. Wel is er in de wet opgenomen, dat er afspraken over compensatie moeten worden gemaakt. Het moet nu aan de verschillende CAO-tafels geregeld worden. Hier moet goed worden opgelet omdat er verschillende belangen kunnen spelen.

Uiterlijk 1 januari 2025 moeten alle arbeidsvoorwaardelijke afspraken over het nieuwe pensioen zijn gemaakt door de decentrale sociale partners. Mijn advies is om de opties en de gevolgen goed in kaart te brengen, voordat er over wordt gegaan tot definitieve besluitvorming. Bovendien is het belangrijk om alle belanghebbenden gedurende het hele proces goed te betrekken. Aandacht moet er zijn met name met betrekking tot de gevolgen voor de middengroep, maar vermoedelijk zullen alle groepen, ook gepensioneerden en jongeren, gevolgen ervaren: de samenhang tussen verschillende keuzes is groot en moeten evenwichtig uitpakken. Het zou goed zijn als een deel van de compensatie gefinancierd zou worden door een extra bijstorting door de werkgever. Anders moet het gefinancierd worden uit een opslag op de (werkgevers)premie of het vermogen”.

Onderhandelen

“Zonder in de techniek te willen duiken, wil ik erop wijzen dat per CAO een heel pakket van afspraken uit-onderhandeld moet worden. Te denken valt aan welk nieuw pensioencontract, de solidaire premieregeling en ook de hoogte van de reserve of de flexibele premieregeling. Uitkeringsovereenkomsten zullen straks niet meer bestaan”.

Nabestaandenpensioen

“Voor mensen die met pensioen zijn of gaan, wijzigt in essentie niets ten aanzien van het nabestaandenpensioen: de partner blijft (afhankelijk van wat in de cao is afgesproken) maximaal 70% ontvangen van het opgebouwde pensioen.

Wel wijzigt het nodige voor mensen die de pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt. Daarvoor komt een risico gebaseerd stelsel, zoals bij een brandverzekering.

Vanuit de VCP maken wij ons met name zorgen over een bepaalde groep mensen: namelijk om diegenen die langdurig werkloos zijn en zich na de WW-periode niet (vrijwillig) hebben verzekerd. Voor hen is er dan bij overlijden voor de pensioendatum geen dekking. Voor die groep wil de VCP graag een concrete oplossing. Dit is misschien geen belangrijke doelgroep van de VDNA, maar toch…”

Alle werkenden een goed pensioen

“Dit is een motto van de VCP, gelet op de nadelige maatschappelijke gevolgen van de grote groep mensen die geen aanvullend pensioen opbouwen. Het gaat hier om ZZP-ers, maar ook om werknemers in loondienst. Alleen al die laatste groep betreft ruim 900.000 medewerkers, die geen aanvullend pensioen opbouwen via hun werkgever.

Vanuit de Stichting van de Arbeid is, als onderdeel van de gemaakte afspraken in het Pensioenakkoord, een aanvalsplan ingezet om dit om te buigen. Te denken valt aan aanbestedingsregels met de verplichting om alleen partijen te contracteren als er een pensioenregeling is”.

Zijn rijksambtenaren in nieuwe wet nog steeds verplicht om deel te nemen aan het ABP?

“Ja. Die verplichting, ook wel de grote verplichtstelling genoemd, geldt niet voor alle pensioenfondsen in ons land, maar wel als een representatief deel van werkgevers en werknemers vindt dat het verplicht moet zijn.

Een dergelijke verplichting heeft overigens veel voordelen. Zo kan het pensioenfonds vanwege de zekerheden een deugdelijk lange termijnbeleid uitvoeren. Ook kunnen risico’s tussen verschillende groepen gedeeld worden en vindt er geen concurrentie op de arbeidsvoorwaarde pensioen plaats. Alle werkgevers en hun werknemers in een bedrijfstak hebben dan dezelfde pensioenregeling, zoals in de zorg, de bouw en het ABP”.

Wie lopen risico in het nieuwe stelsel?

“De gepensioneerden zijn, wanneer we kijken naar de macro-effecten van het stelsel, volgens mij geen risicogroep, ook niet als zij een relatief hoog pensioen ontvangen. Het nieuwe stelsel lijkt gunstig uit te pakken voor gepensioneerden, omdat zij sneller hun pensioen verhoogd zien worden als het meezit in de economie. De keerzijde is, dat als het tegenzit, het pensioen omlaag kan gaan. Er komen lagere buffers (reserves) dus er hoeft minder ‘dood’ geld aangehouden te worden. Wel zijn er diverse schokdempers ingebouwd, om de pensioenen zo stabiel mogelijk te kunnen houden. Het is gunstig voor jonge mensen, omdat zij meer kunnen opbouwen in hun beginjaren. Bij de komende onderhandelingen moeten we, zoals gezegd, opletten voor de middengroepen. Die horen we helaas nauwelijks”.

Zijn de bomen nog te zien door het bos?

“Inderdaad, er is veel informatie beschikbaar en er komt veel los. Zolang er nog nieuwe afspraken moeten worden gemaakt, kan de vraag ’wat betekent voor mij als individu’ nog niet worden beantwoord. Daar zullen de pensioenfondsen hun deelnemers later over gaan informeren. Hou de site van het pensioenfonds dus goed in de gaten en controleer of jouw eigen gegevens kloppen.

In het najaar starten wij onder leiding van het ministerie van SZW ook een brede publiekscampagne om iedereen goed mee te nemen. Er bestaat al een goede website: www.onsnieuwepensioen.nl waar veel algemene informatie te vinden is. Op de website van de VCP kun je je abonneren op de nieuwsbrief en de nieuwsbrieven inzien. Voor de echte pensioenliefhebbers wil ik wijzen op: www.werkenaanonspensioen.nl”.

Frits Warnar

Lid VDNA, werkgroep pensioenen

14-06-2023